Benoit Standaert Abdij Zevenkerken

Gemeenschapsvorming in een fragmentarische netwerkcultuur

Vandaag woonde ik een lezing bij van Benoît Standaert, Benedictijns kluizenaar en schrijver van diverse boeken. Ik las recentelijk zijn boeiende boek “De drie pijlers van de wereld”, waarin hij op basis van een spreuk van Simeon de Rechtvaardige kijkt naar het christendom en een pleidooi voert om op een vereenvoudigde wijze opnieuw te beginnen.

Wat me vooral opviel aan Benoît is dat hij alles in het werk stelt om de ander te begrijpen. Dat verschillend zijn van mensen en culturen ziet hij als iets goddelijks. Hij zei: “We zijn verschillend, ieder verschil is een cadeau, zouden we ons misschien meer kunnen richten op het uitwisselen van deze cadeaus dan op het cultiveren van ons eigen gelijk”. Een bijzonder mens die graag denkt in inclusiviteit en de ander niet snel zal afschrijven.

Het deed me denken aan de kritische vragen die sommigen stelden aan het bestuur van ons kerkgenootschap tijdens de Algemene Ledenvergadering afgelopen week. Dat waren geen verbindende vragen of opmerkingen maar meer ontbindende opmerkingen. Het eigen gelijk, de eigen theologische visie scherp afgezet tegenover andersdenkenden. En die andersdenkenden daar moest je vooral geen verbinding (verbond) mee leggen. Ik werd er verdrietig van.

Zo niet van onze Belgische Kluizenaar, van hem werd ik erg blij. Zijn gerichtheid op God en mensen vond ik zeer aansprekend. Hij bewaakt zijn tijd en denken en laat de waan van de dag slechts gedoseerd toe in zijn kluis. Een zin die me bijzonder trof was deze: “In de mis leven we ook mee met het wel en wee van deze wereld”. Betrokken maar niet ondergedompeld. Altijd de regie houdend. Leven met een kwaliteit van aandacht.

In zijn boek “De drie pijlers van de wereld” noemt Benoît de “Laura van abt Poimên” – een woestijnvader uit de vijfde eeuw. Laura is Grieks voor: steegje, dwarsstraat, zijgang. Volgens Benoît is de styructuur van Benedictus te groot en te bombastisch voor onze netwerkcultuur van individualisme. Een Laura is een verbindende schakel tussen mensen die met elkaar willen groeien en van elkaar willen leren. Een soort klooster maar dan zonder eigen gebouw, niet altijd geografisch maar soms wel.

Dat model lijkt toekomst te hebben voor onze cultuur. In de wereld en soms in de woestijn. Vaak samen, soms alleen. Want vorming blijft hoe dan ook noodzakelijk. Onderlinge verbondenheid in vriendschap en solidariteit.

Benoît schrijft over de Laura van abt Poimên: “Wij oefenen in monastieke waarden en praktijken, niet als monniken of monialen in abdijen en kloosters, maar als gewone mensen ‘in’ de wereld. Het is niet de bedoeling om een halve monnik of moniale te worden, hun leven na te bootsen of een ‘goed gevoel’ te hebben door ‘monastieke dingen’ te doen.

We willen midden in deze wereld alleen of zelfs wat eenzaam zijn, tijd vrij maken om niet door de wereld opgeslokt te worden, innerlijke ruimte openhouden voor het Mysterie van het leven dat we God durven noemen, meer niet”.

Ik vind het prachtig! Misschien is dit model bruikbaar in onze fragmentarische netwerkcultuur om mensen dichter bij God en bij elkaar te brengen.

Reacties uitgeschakeld voor Gemeenschapsvorming in een fragmentarische netwerkcultuur

Comments are closed.