Hoe Eugene Peterson me hielp om voorganger te zijn

Gisteren overleed Eugene Peterson op 85-jarige leeftijd. Hij is vooral bekend vanwege The Message – een populaire bijbelvertaling die vaak door Bono werd gebruikt op het podium. De boeken van Peterson hebben me erg geholpen om vorm te geven aan mijn taak als voorganger. Het leven van een voorganger is ingewikkelder dan ik dacht. Eenzamer ook, terwijl je op andere momenten juist weer hunkert naar stilte door de drukte van mensen en taken die roepen.

Een terugblik op mijn start als voorganger

Het moet november of december 2005 geweest zijn. Ik was nog maar een paar maanden actief in de kerk toen een leuke vent van middelbare leeftijd in onze gemeente sprak. Hij had over me gehoord en vroeg me hoe het met me ging. En voordat ik het wist hoorde ik mezelf zeggen dat het zwaar was. Ik legde uit dat de taak van voorganger niet bijster populair is op de theologische opleidingen, iedereen weet: het is de kortste weg naar een burn out. Toch had ik me sterk geroepen gevoeld en zagen we als gezin de hand van God in alle ontwikkelingen en dat gaf een zekere rust.

Maar nu leek het alsof er een lawine op me af denderde. Op een theologische opleiding maken ze vooral een theoloog van je en geen pastor. En dat laatste was wat ik nodig had. Hoe om te gaan met al dat werk, al die aandachtsvragers – zowel mensen als taken. Langzaam maar zeker begon ik onder te sneeuwen. Je kent dat wel uit de wintermaanden, zo’n geniepig rustig sneeuwbuitje. Langzaam en rustig dwarrelen de vlokken uit de hemel. Het geeft iets rustigs. Maar als je beseft dat die sneeuw de hele nacht doorgaat, begrijp je dat je ‘s-morgens de deur niet meer uitkomt. Zo voelde ik me.

Mijn gesprekspartner glimlachte en wees me op één van zijn vrienden die een uitgebreide studie had gedaan naar het werk van Eugene Peterson, een voorganger en professor die maar liefst 29 jaar van zijn leven was verbonden met een gemeente in Bel Air, Maryland voordat hij met pensioen ging en er een heel eigenzinnige mening op na hield als het gaat over de roeping voor voorgangers.

Een nieuwe weg

Het zou een ommekeer in mijn leven inluiden. Ik verslond de boeken van Peterson en elke vezel in mijn moe gewerkte lijf en geest leek zich meer en meer te ontspannen. Peterson wond er bepaald geen doekjes om en gaf me er aardig van langs.

Op zijn zesentwintigste werd hij predikant met de verwachting een dienaar van het evangelie te worden. Hij ontdekte echter een grote kloof binnenin zichzelf. Voor hij aan het ambt begon ging hij ervan uit dat christen zijn en ambt hetzelfde was maar tussen deze twee zaken gaapte een diepe kloof. Predikant was hij in beroepsmatig opzicht en christen in persoonlijke zin. Hij had altijd aangenomen dat die twee één waren en een natuurlijke harmonie vormden maar niets was minder waar.

Hierdoor is zijn zoektocht begonnen naar de spiritualiteit van de predikant. Er was echter weinig te vinden op dit gebied wat hem verder hielp. In ieder geval niet van mensen die nog in leven waren. Hij kwam er achter dat je als predikant al snel geleid wordt door omstandigheden en je agenda, door vergadering en afgoderij (die van op een voetstuk staan). Om die reden ging hij zoeken naar een leven dat op een bijbelse manier spiritueel is, ontspannen in Christus, doortrokken van de Geest.

Hoofdthema’s

Er zijn vier hoofdthema’s, die het werk van Peterson kenmerken. Die vier thema’s zijn:

• het ambt
• gebed
• contemplatief bijbellezen (Contemplatie is het woordeloze, genietende, dankbare, bewonderende kijken naar de geliefde, niet met het verstand maar met het hart)
• geestelijke begeleiding

Geestelijke begeleiding is iets anders dan hulpverlener zijn. Het is vooral ‘er zijn als een medepelgrim’. Niet voortdurend iemand goede raad willen geven maar door met iemand op te trekken op zijn/haar levensweg ontdekken wat God in iemands leven aan het doen is en daarmee verder gaan.

Blijf trouw aan je roeping

Peterson schrijft scherp en windt geen doekjes om zijn idee over het ambt. Hij schrijft bijvoorbeeld: “Te veel predikanten veranderen van gemeente vanwege adolescente verveling, niet als gevolg van volwassen wijsheid”. Hij stelt dat een groeiend aantal predikanten hun post verlaat. Niet dat ze nou lichamelijk, werkelijk, de gemeente waar ze in werken verlaten, nee, ze verzaken hun werkelijke roeping.

Peterson vergelijkt de (Amerikaanse) predikant dan ook met een winkeliersvereniging. Hun winkels zijn dan kerken en gemeenten. Ze houden zich vooral bezig met het tevreden houden van hun klanten. Ze bewijzen lippendienst en zijn meer bestuurders en managers dan pastor (herder).

Een gemeente is echter geen bedrijf dat succesvol hoeft te zijn. Ook in Nederland zie je een groeiende beweging van kerken die zich bezighouden met cijfers en dan het liefst cijfers die de numerieke groei van de gemeente uitdrukken. Hiervoor moet dan alles wijken. De laatste trend, de laatste gemeentegroei uitvinding en daar gaan we. Vraag is of dit de taak is van een voorganger. Past dit binnen zijn ambt? Volgens Peterson is de taak van een predikant: ‘te zorgen dat mensen in de gemeente op God gericht blijven’. En juist deze plicht wordt door veel predikanten, ook in Nederland, verzuimd.

Leerpunten

Iemand vroeg me eens of we een top vijf zouden kunnen samenstellen van de grootste knelpunten als het gaat over de rol van voorganger. Ik ga er vijf noemen die in mijn optiek van grote invloed zijn op deze roeping:

1. Slechte of geen afspraken over het verwachtingspatroon.
Voor mij de nummer één. Dat heeft alles met communicatie te maken. Als mensen iets van mij verwachten of ik van hen en we spreken dat niet naar elkaar uit, zullen we altijd teleurgesteld raken in elkaar. We hebben immers onze eigen verwachtingen geprojecteerd op de ander zonder te overleggen of die ander daar wel aan kán en wíl voldoen.

Oplossing: ontdek wat je roeping wel is en kader je werkzaamheden af en stel dat aan de oudstenraad voor. Bij akkoord goed aan de gemeente communiceren. Vrees niet: een gezonde kerkenraad zal graag een geestelijk gezonde voorganger willen ondersteunen.

2. Wie ben je en wie ben je niet?
Een goede tweede. De Heer heeft je gemaakt en laat me je wakker schudden: je bent geen supermens. Net als ik heb jij ook je gebreken, je valkuilen en je nukkigheden. Maar ook je speciale talenten en mogelijkheden. Je unieke zelf die door God is geroepen voor een bepaalde taak. Snij weg wat je niet bent en geef dat aan derden. Delegeren is een sleutelwoord en verdiep je in je priesterlijke roeping.

3. Laat Christus het werk doen en wees vooral beschikbaar.
Wat hebben we vaak de neiging om voor God en de gemeente uit te rennen. Volgens mij is dat helemaal niet wat God van ons vraagt. Hij vraagt wel beschikbaarheid van ons. Beschikbaar aan Hem. Ken je de agenda van de Heer voor jouw persoonlijke leven en dat van de gemeente? Zo niet: focus je daarop. Stel je beschikbaar en rust in de wetenschap dat als Hij opdracht geeft het een succes zal worden, eerder niet.

4. Zorg voor je ziel.
Besteedt ruimschoots de tijd aan je eigen zieleleven en wees daarin een voorbeeld voor de kerk. Je ‘werktijd’ bestaat voor een groot deel uit bidden en studeren. Zorg dat je niet alleen studeert om een product (preek of bijbelstudie) af te leveren. Laat je ziel gevoed worden anders zul je snel opgebrand zijn.

5. Wees transparant in besloten kring.
Je kunt niet altijd en overal even transparant zijn. Dat zou onverstandig zijn. Toch is het nodig om contacten te bouwen waar je wel echt open kunt zijn. Dwing jezelf tot openheid.
Intervisie is heel goed en nodig, maar het mag niet in de plaats komen van de vraag: hoe gaat het écht met je! Bijna niemand vraagt dat. We kunnen ons makkelijk verstoppen achter onze zogenaamde successen maar hoe voelen we ons écht? Voor mij was het een grote schok toen een jonge voorganger uit onze regio plotseling stopte met zijn taak in de gemeente en ander werk ging doen. Op intervisie had hij daar nooit iets over gezegd, maar hij bleek al lang onder druk te staan. Als iemand je zou kunnen begrijpen en adviseren, dan toch zeker je collega’s? Goede, vriendschappelijke contacten zijn noodzakelijk.

Ik ga de kerk verlaten en mijn rol als pastor neerleggen. Ik zal het missen, maar er wacht me een nieuwe taak waar ik de lessen die Eugene Peterson me leerde ook uitstekend kan gebruiken.