Ik ga vrede leren, jij ook?

Mei is een bijzondere maand voor mij. Ik ben geboren in mei, Feyenoord won op 6 mei 1970 de Europacup, de staat Israël werd op 10 mei 1948 uitgeroepen en als gevolg daarvan ontstond de Nakba – de grote uittocht van Palestijnse vluchtelingen uit Palestina die wordt herdacht op 15 mei.

Die laatste twee gebeurtenissen doen altijd veel stof opwaaien. Meer dan de eerste twee. Ik kom uit een pro-Israël nest maar sinds ik voor het eerst in Israël was, in 1995, heb ik vragen gesteld over het lot van de Palestijnen.

Toen ik voorganger werd ontdekte ik dat er binnen ons kerkgenootschap van oudsher een groep Palestijns/Arabische kerken bestaan die vaak veel moeten lijden onder de blinde pro-Israël houding van veel Westerse landen. Ik luisterde naar de verhalen van mijn collega’s en ik veranderde van een Israël-adept tot een criticus.

En dat laatste komt me vaak duur te staan. Al snel word ik weggezet als antisemiet (wat een merkwaardig woord is in dit verband, want ook de Palestijnen behoren tot de Semitische volken – terwijl de Israëli’s in mijn ogen vooral meer Europees zijn). Kritiek op de politiek van Israël staat voor sommige (vooral evangelische) christenen toch vooral voor antisemitisme. Ik vind dat echt gek.

Ik heb het Joodse volk lief, spreek regelmatig met Joden en een groot deel van mijn Bijbel is er als gevolg van het Jodendom. Maar ik ben sterk gekant tegen de politiek die in de Knesset bedreven wordt. Zij leidt tot onderdrukking, uitbuiting en uitsluiting van het Palestijnse volk. Dat is een groot onrecht wat je met de beste Joodse bril op niet louter in de schoenen van Hamas kunt schuiven. De Palestijnse bril kent natuurlijk dezelfde trekjes.

Ik ben vooral voor vrede tussen deze volken en het moet gezegd: ik ben hyperallergisch voor de grove miskenning van het Palestijnse volk uit (evangelisch) christelijke hoek. De woorden die sommige van mijn broers en zussen in hun mond nemen kunnen me boos maken. En ja, ik besef best dat mijn eigen standpunt voor sommigen als een rode lap op een stier werkt. Maar eigenlijk zoek ik de dialoog. Ik zoek het recht voor allen, de eenheid tussen mensen en soms laat ik me daardoor in de kerker van polarisatie zetten door als door een wesp gestoken te reageren op antisemitische opmerkingen jegens het Palestijnse volk.

Ik ontdekte dat je vrede moet leren. Ook ik laat me soms meeslepen in de discussie en achteraf baal ik daar enorm van. Een belangrijke les: social media is volledig ongeschikt om gesprekken over ingewikkelde problemen te voeren. Dus ik lees de afgelopen week veel over ‘vrede stichten’. Zo probeer ik zoveel mogelijk boeken van Desmond Tutu te lezen (wat een geweldige denker is die man!) en probeer ik te leren om weg van het conflict te blijven en te zoeken naar de uitgang.

Ik kreeg de tip om het boek “Vrede kun je leren” van David van Reybrouck en Thomas d’Ansembourg te lezen. Met een paar muisklikken kocht ik het ebook. Wat een goed boek mensen! Ik raak er enorm door geïnspireerd.

De auteurs schrijven:

“Vrede komt niet uit de lucht vallen, dient zich niet aan, dringt zich niet op. Hoe graag je dat ook zou willen, vrede tover je niet uit een hoge hoed. Vrede vergt training, organisatie en structuur, en minstens evenveel aandacht, stiptheid, vastberadenheid en inzet als oorlog”.

Ik herken wat de auteurs zeggen. Vrede is hard werken. Vrede moet je leren. De komende maanden ga ik dat doen. Door het lezen van boeken, het volgen van lezingen en (hopelijk) cursussen wil groeien in…vrede. Vrede komt je niet aanwaaien. Ook mijn vrede heeft iets van verdeeldheid in zich en dat wil ik niet langer.

Geef me boekentips en fimtips als je wilt. Of cursussen! Ik zal mijn best doen om in gesprek te komen met sommige mensen op social media, onder het genot van koffie of andere sterke dranken. Mensen kunnen nooit zo lomp zijn als social media mensen soms laat zien (ook ik niet!).

Voor vrede moet je studeren, zo leert Jesaja:

“Hij zal recht doen onder de volken, en machtige naties straffen (kennelijk geen vrede zonder recht – JW). Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot snoeimessen. Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander en oorlog leren ze niet meer”.

Toekomstmuziek? Wellicht, maar zoals ikzelf ooit zei in een preek: “Alles gaat vanzelf stuk, om iets op te laten bloeien moet je je inzetten”. Dat geldt voor alle relaties. Tussen ouders en kinderen, in het huwelijk, tussen vrienden en collega’s, maar ook tussen Israëlis’s en Palestijnen en hun respectievelijke aanhangers.

Doe je mee?