Ik stem strategisch

De helft van de kerkgaande christenen in Nederland stemt bij de komende Tweede Kamerverkiezingen op een seculiere politieke partij. Dat blijkt uit onderzoek van DirectResearch in opdracht van Dit is de Dag en het Nederlands Dagblad. Het onderzoek werd gehouden onder christenen die eenmaal per maand of vaker naar de kerk gaan. Betrokken gelovigen dus. Hoe jonger de respondent, hoe groter de kans dat er op een seculiere partij wordt gestemd – tweederde van de groep 18-35 jaar stemt seculier. Dat zijn boeiende cijfers.

Christelijke politiek

De vraag die opkomt is natuurlijk of christelijke politiek nog wel past bij onze tijd? Is het niet een overblijfsel uit de verzuiling? Ik denk dat daar een kern van waarheid in zit. De generatie van mijn ouders stemde meestal automatisch op dezelfde partij zonder het partijprogramma te kennen. Voor mijn generatie zijn de wortels van een partij minder belangrijk dan de koers van de partij en voor de generatie van mijn kinderen zijn alle partijen in basis gelijk en wordt er gekeken naar standpunten op een handvol thema’s die passen bij de persoon.

Natuurlijk zijn daar wel de nodige nuances op te maken, maar ik denk dat het in grote lijnen wel zo werkt. De verzuiling is voorbij en daardoor ligt het speelveld open, het is dus geen wonder dat steeds meer mensen op seculiere partijen stemmen. Generatie Z is opgegroeid in een wereld waar de medische ethiek al jarenlang bij wet is geregeld en ik kan me best voorstellen dat zij die zaken anders wegen dan mijn generatie. Sinds 1984 is de Wet Afbreking Zwangerschap van kracht, ik was 14 jaar in die tijd en de hele maatschappelijke discussie zorgde voor veel deining in kerken. Maar voor mijn kinderen is dat anders.

Katholieken

Vanaf mijn 18e stemde ik RPF en toen deze partij in 2000 overging in de ChristenUnie werd dat mijn vaste partij. Daar kwam een abrupt einde aan toen ik als jonge voorganger een open dag van de partij bezocht in Den Haag. Een oudere senator trok me aan mijn jasje een hoekje in en vertrouwde me toe dat hij het toch heel lastig vond dat Katholieken ook lid van de CU konden worden. Ik dronk mijn jus d’orange op en stapte op de trein naar huis. Jarenlang stemde in geen CU meer.

Een zoektocht begon. Ik wilde weg van de ouderwetse hokjesgeest die deze senator vertegenwoordigde. Ik werd lid van GroenLinks en werd actief binnen de Linkerwang – de religieuze werkgroep binnen de partij. Vooral de aandacht voor het klimaat en de linkse voorkeur voor gelijkheid sprak me erg aan. Ik gaf een lezing bij de Linkerwang over de economie van God en schreef een column voor het magazine. Nog steeds draag ik GroenLinks een warm hart toe, maar helemaal thuis was ik er nooit. Binnen de CU was ik misschien links radicaal, binnen GL had ik hooguit een links conservatieve geur.

Partij voor de Dieren

Ik maakte de overstap naar de Partij voor de Dieren. Dat kwam vooral door het uitstekende partijprogramma waar ik diepe bijbelse waarden in zag. De naam van de partij vond ik wel ingewikkeld, hoewel ik best begrijp waarom deze is gekozen. Maar goed, de naam ChristenUnie vond ik ook ingewikkeld. De naam van Christus verbinden aan partijpolitiek vind ik toch wel een beetje pedant. De scherpe bewoording die gebruikt werd om de antropocentrische visie van andere partijen bloot te leggen vond ik enorm inspirerend.

Tijdens elke verkiezingen lees ik het partijprogramma van de PvdD als eerste. Keer op keer kom ik tot de conclusie dat dit het programma is waar ik echt in geloof. De radicale koerswijziging die nodig is wordt door geen enkele andere politieke partij zo goed verwoord. Tot op de dag van vandaag ben ik lid van de PvdD, ik hoop echt dat deze partij heel groot wordt, maar ik stem er niet meer op. Dat komt vooral omdat ik in het partijprogramma de diepe motivatie mis van waaruit ik wil leven: de persoon van Christus en het feit dat niet wij maar Hij uiteindelijk de échte verandering zal brengen.

Thuiskomen

Na jaren van omzwervingen ontdekte ik dat de CU begon te veranderen. Vooral in jongerenbeweging Perspectief hoorde ik een steeds linkser geluid. Amendementen werden ingediend waarbij gevraagd werd om rekening te houden met de positie van het Palestijnse volk, iets wat de Tweede Kamerfractie van die dagen nog wel eens vergat omwille van haar achterban. Maar ook op het gebied van klimaat en economie waren het steeds de jongeren die mij hoop gaven voor de partij. De generatie van de oude senator was voorbij en het werd gewoon dat Katholieken lid werden van de CU. Ook begon de partij steeds meer oog te krijgen voor gelijkwaardig leiderschap en sterke, bekwame vrouwen stonden hoog op de kieslijst.

Ik was op een goed moment bij een bijeenkomst waar Gert-Jan Segers sprak. Zijn speech vond ik geweldig en ik merkte dat ik die taal vol hoop uit de Bijbel graag terugzie in de politiek. Dat vertrouwen op God, samen kunnen bidden en de hoop vanuit het evangelie vind ik domweg niet bij andere politieke partijen. Ik kocht zijn boek wat net uit was en liep even langs om het te laten signeren. Segers schreef deze woorden voorin het boek: “Voor Jan, mijn broeder in Christus en medestrijder voor recht!”. Zonder het te beseffen sloeg hij de spijker op de kop. Dit had ik gemist in die andere partijen.

Actief

Sindsdien ben ik weer actief binnen de ChristenUnie. En ja soms moet ik best nog even slikken als het partijprogramma intern wordt besproken en ik merk dat ecologische gerechtigheid beslist niet voor iedereen zwaar meeweegt. Wat dat betreft hoef je dat soort discussies binnen GroenLinks en de Partij voor de Dieren niet meer te voeren. Iedereen zit op dezelfde bladzijde. Maar het feit dat je samen kunt bidden en Christus als Heer kan belijden stijgt uit boven mijn eigen opvattingen en voorkeuren. Liever intern een stevig debat over bepaalde thema’s dan het gemis van Christus in het midden.

De ChristenUnie is de partij waar ik op stem. De hoop en het radicale realisme waarmee politiek wordt bedreven spreekt me erg aan. De afgelopen jaren heeft de CU laten zien dat zij veel kan bereiken door mee te regeren. En zelfs als er omwille van het regeerakkoord meloenen moeten worden doorgeslikt blijven de politici van de CU achter de schermen keihard strijden voor hun idealen. Ik merkte dat in de Vluchtkerk in Amsterdam en bij het Kerkasiel in Den Haag en die constructieve houding heeft me veel vertrouwen gegeven in de integriteit van de fractieleden.

Strategisch jong

Mijn stem gaat morgen naar Bina Chirino, de 27-jarige voorzitter van Perspectief. Ze is katholiek, vrouw, van kleur maar toch zijn dat niet de redenen dat ik op haar stem. De belangrijkste reden is dat ik geloof in haar generatie en haar buitengewoon bekwaam vindt om haar generatie te vertegenwoordigen. Zij vertegenwoordigt de generatie van mijn kinderen, een generatie waar ik ontzettend veel vertrouwen in heb. Een generatie die graag gepassioneerd en uit diepe waarden wil leven, veel mogelijkheden heeft en trouw is als er een focus is gevonden. Ik kom veel christenen uit Generatie Z tegen in de milieubeweging. Jongeren die zich ernstig zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering en zien dat de generaties boven hen veel te weinig doen.

Maar dit is ook de generatie die de kerk aan het verlaten is. Onderzoek laat zien dat dit een aantal redenen heeft, maar de belangrijkste reden licht ik even toe. Deze generatie houdt van design thinking. Meedoen als iets nog maar een onbeschreven vel papier is. Op basis van gelijkwaardigheid bouwen vanaf het eerste uur, samen met andere generaties. Maar in de kerk is daar te weinig oog voor. In plaats daarvan verzinnen jongerenwerkers nog steeds leuke dingen voor jongeren en spreken oudsten heel vaak nog over “dat jongeren de kerk van morgen zijn”. Het zijn pijnlijke misvattingen over een generatie die nu al leider kan zijn. Ik zie het in het bedrijfsleven en in de welzijnssector: twintigers die leiding geven aan prachtige organisaties. Ik stem morgen op een persoon en een generatie waarin ik geloof. Hoewel Bina nummer 14 is op de lijst is de kans klein dat ze in de Kamer terecht komt, maar dat zal me niet weerhouden haar hokje rood te kleuren.