Mens worden onder de mensen

Wij mensen zijn toch ergens allemaal hetzelfde. We willen opgemerkt en gewaardeerd worden. Maar vaak is ons beeld over onszelf aangetast door onze biografie. Het schuren van het leven. We hebben allemaal van die schuurplekken.

Toch proberen we wie we werkelijk zijn (dus inclusief die schuurplekken) te camoufleren uit angst afgewezen te worden. Terwijl die schuurplekken en die echtheid mensen juist zo prachtig maken.

Komt het door een bepaalde, eenzijdige theologie dat mensen zich zijn gaan verstoppen? De drang om alleen het mooie, volmaakte te laten zien. De stukjes werk in uitvoering bedekken we vaak onder een mooi kleed, met als gevolg dat relaties superfake kunnen worden.

Maar was het niet juist die ene vraag in de tuin die de mens uitnodigde om zichzelf te laten zien: “Adam waar ben je?”.

Kwetsbaarheid kan gevaarlijk zijn op plaatsen waar de camouflagemensen wonen. Daar is geen plaats voor dat soort gevoelens. Daar is performance belangrijk. Maar voordat we het weten heeft de performance ons ontmenselijkt.

Ik geloof dat God én mensen niet zitten te wachten op wat onecht is. Op onze dappere pogingen om de allerbeste versie van onszelf te laten zien. Het grote gevaar is dat we zelf gaan geloven in de performance-versie van onszelf. Dat is ronduit vernietigend. Het zorgt er namelijk voor dat we niet van onszelf kunnen houden. We worden verliefd op onze projectie en die tiran laat geen ruimte voor wie we écht zijn.

Laten we mens onder de mensen worden. Gewoon laten zien dat we ons soms zorgen maken of gewoon bang of onzeker zijn. En laten we zeker niet in naam van ons geloof doen alsof er dan geen ruimte meer is voor onze menselijke gevoelens. Dan wordt onze verschijning nep, net als ons geloof.

Nee, het is niet wijs om altijd maar aan iedereen je échte gevoelens te laten zien. Maar het is ook niet wijs om aan niemand je werkelijke gevoelens te tonen. Het maakt ons onnodig eenzaam in een zee van camouflagemensen.