Het wit van onze ogen zien

Ik lees met regelmaat manuscripten van te verschijnen boeken. Soms is het een auteur die me vraagt om mee te lezen met het manuscript, maar vaker is het een uitgever. Zo las ik de afgelopen weken mee met een briefwisseling tussen een evangelisch voorganger en een homoseksuele man die getrouwd is met een man. Beide heren bevroegen elkaar op het thema homoseksueel in de kerk en het manuscript begon met een stukje theologie en reflectie op overbekende teksten. 

Verlangen

Al snel werd de briefwisseling erg persoonlijk en de schrijvers deden hun uiterste best om de ander te begrijpen zonder persé de eigen visie helemaal los te laten. Op een vrijdagmiddag, toen alle medewerkers al naar huis waren, las ik een hoofdstuk en voelde bij het lezen tranen in mijn ogen branden. Wat ik las raakte me diep. Twee gelovigen die elkaar via hun brieven vastgrijpen en elkaar willen begrijpen. Het oversteeg even de theologie, de tekst werd vlees. 

Ik voelde mijn eigen hunkering naar een kerk waar we naar elkaar luisteren, waar Jezus in het centrum is en mensen van allerlei pluimage én gedachten met elkaar een gemeenschap vormen. Een echte intentionele gemeenschap waarbij de leden hebben besloten om elkaar vast te houden en ingewikkelde thema’s voor het aangezicht van God te bespreken. Een plek waar je voor én tegen mag zijn – maar altijd gericht op de ander in de liefde van Christus.

Ik zie je

Afgelopen zondag ging de preek over “gezien worden”. Na de preek gaf de aanbiddingsleidster aan dat ze twee volle emmers met tulpen had gekocht en ze daagde de aanwezigen uit om iemand in de kerk in gedachte te nemen en deze direct een tulp te geven. De kerkgangers kwamen aarzelend naar voren. Eerst de vrouwen en al snel ook wat mannen. Ik las wat in mijn Bijbel en ik keek op naar de schaduw die zich over me heen boog. De jonge vrouw keek me warm aan, overhandigde me een prachtige tulp en zei: “God ziet je”.

Het was een eenvoudig symbool, maar de werkvorm had een grote impact op me. Ik voelde me warm en gewenst. Vol en compleet. Alsof hemel en aarde heel even bij elkaar kwamen. Het klinkt misschien gek, maar even was ik helemaal alleen in de zaal. Alle drukte op het werk, mijn rol als vader en echtgenoot, mijn zoeken en dralen – alles kwam even samen in dat gebaar. Ik zie je!

Oorlog

Als het gaat om LHBTIQ-kwesties in de kerk dan ontstaan er snel loopgraven. Men luistert niet echt naar elkaar maar wacht op de pauze in de woorden van de ander om snel zelf iets te zeggen. We zijn bang voor een hellend vlak, bang voor elkaar, bang om ons zo zorgvuldig doordachte geloof te verliezen. Bang voor van alles. En als we niet bang zijn, zijn we vooral boos. Boos op de ander die de rust en vrede is komen verstoren met een afwijkende mening. 

We hebben er allemaal last van. Het is beslist niet alleen de ander die ons iets aandoet. We schieten soms zelf ook uit de slof. Ik merkte dat in de dagen na de provinciale verkiezingen. Ik was ontstemd over de uitslag en vroeg me vertwijfeld af hoe het toch kwam dat een bepaalde partij zo’n grote winst had behaald. Mijn Twitter timeline deed het onderwerp al snel polariseren en voordat ik het doorhad deed ik daar volop aan mee. 

Schorem

Zo noemde ik de glorieuze winnaars “Schorem voor Democratie”. Een voor mij leuke woordspeling die ik die ochtend had gelezen in één van de ochtendkranten. Pas toen ik mijn eigen tweet teruglas in een column van Andries Knevel besefte ik dat “schorem” gewoon een scheldwoord is en dat ik daarmee de winnaars geen recht deed. Je moet weten dat ik jarenlang knipt werd door een kapper die zich Schorem noemt, dus voor mij heeft het woord een hele andere lading. Excuses voor mijn woordspeling die je eenvoudig anders kunt lezen.

Als mens willen we gezien worden, ons gekend weten. Ik vermoed dat er geen uitzonderingen zijn. Dat geldt voor blank en zwart, links of rechts, radicaal of gemaakt, homo of hetero. Juist in de kerk van Jezus zouden we dat moeten ervaren en uitleven. En vanuit die heilige gemeenschap in de rest van ons leven. Zelfs op twitter.

Zelf heb ik behoorlijke linkse sympathieën en lig ik regelmatig overhoop met een collega met uitgesproken rechtste sympathieën. Ik ga hem maar eens bellen om een biertje te drinken, zodat we het wit van elkaar ogen kunnen zien. En achter die schittering van onze ogen zullen we  vermoedelijk de Opgestane tegenkomen die ons samenbindt.

*Het boek “Van Hart tot Hart” verschijnt binnenkort bij Ark Media.


Reacties uitgeschakeld voor Het wit van onze ogen zien

Comments are closed.